September spinnentijd! Zijn er echt meer spinnen dan in het voorjaar? Niet méér, maar ze vallen op omdat ze groter zijn, want ze zijn volwassen. En als de spin groeit, groeit ook het web. Wielwebben tot wel 50 cm zie je in planten, langs schuttingen en schuren, voor ramen en lantaarnpalen. Zeker als er dauwdruppels inhangen en de ochtendzon erop schijnt kun je ze bijna niet missen.

Wielweb

Een web is een knap bouwwerk. Toch draait een spin zijn hand er niet voor om: vaak bouwen ze elke dag een nieuwe (bekijk in een filmpje hoe dat gaat). Het wielvormig ontwerp is zeer flexibel en ook het materiaal is bijzonder. Het is loeisterk, sterker dan staal. De draden zijn ultradun, maar was zo’n spindraad even dik als een potlood, dan kon een spinnenweb een vliegtuig tegenhouden. Libellen, bijen en sprinkhanen vangen ze dus met gemak.

Tijgers

Een kruisspin is zo’n spin die een wielweb bouwt. Graag zit hij er midden in te pronken. Hij was dan ook de meest geziene spin tijdens de spinnentelling afgelopen weekend. Even opvallend, maar veel zeldzamer is een tijger in je tuin!  De gele strepen vallen op tussen het hoge gras waar zij graag haar web bouwt. Het vrouwtje van de tijgerspin of wespspin is groot, net als haar web waarin ze een zigzaglijn weeft. Ze vertrouwt erop dat haar alarmerende kleuren ervoor zorgen dat vogels haar niet oppeuzelen. Het mannetje is klein en bruin en daardoor veel lastiger te vinden.

Verstoppertje

Veel spinnen hebben juist een camouflagepak: beige, grijs of bruin. Kleuren waardoor ze wegvallen tegen de achtergrond. En in plaats van met hun lijf te pronken spelen ze verstoppertje. Ze schuilen aan de rand van het web, in een trechter van spinsel of onder een blad. Niet alle spinnen maken een web trouwens, je hebt bijvoorbeeld ook springspinnen die hun prooi besluipen als een kat in plaats van vangen in een web. Een voorbeeld daarvan is de schorsmarpissa (zie close-up foto) die je ook wel binnenshuis kunt vinden. Daar eten ze diertjes zoals fruitvliegjes of kleinere spinnetjes.

Acht ogen

Die springspinnen jagen op het zicht, daarom kunnen ze goed zien. Ze zien diepte, kleur en zelfs gepolariseerd licht. De meeste spinnen hebben acht ogen: bij springspinnen vier aan de voorkant van hun kop plus aan beide zijden twee. Bij andere zitten ze allen aan de voorkant en er zijn er zelfs met ogen van onder. Vaak kun je bij spinnen aan de plaatsing van de ogen zien welke soort het is. Ondanks de acht ogen kunnen de meeste spinnen niet zo goed zien. Maar op een close-up foto oogt het wel schattig!

Schattig??

Voor sommige mensen is ‘schattig’ het laatste woord waar ze aan denken bij het zien van een spin. Toch is dat volledig onterecht. Ze zijn klein en volkomen ongevaarlijk. In Nederland dan. Er leven hier 700 soorten die allen geen vlieg kwaad doen. Nou ja… een vlieg wel, maar ons absoluut niet!

Bekijk op een zoekkaart de 24 meest voorkomende spinnen in Nederland.

Door: Marisa Stoffers

diemen
Author: diemen

adviseur citymarketing gemeente Diemen